Kathmandu (2)
Tijdens mijn verblijf in Sankhu ben ik in de weekends vrij en dan ga ik doorgaans op vrijdagmiddag naar Kathmandu om daar een aantal andere groepsleden weer te ontmoeten, uit eten te gaan, te internetten en om uitstapjes in en rond Kathmandu te maken.
In een van de vorige berichten heb ik al het een en ander verteld over het verblijf in Kathmandu, maar het leek mij aardig om iets nader in te gaan op het leven in deze stad. De vrijwilligers, die in Kathmandu hun werkplek hebben, logeren in een voor hen gehuurd appartement aan de rand van de toeristenwijk Thamel. In de weekends slapen Jeroen en ik hier ook. Thamel is, zoals gezegd, de toeristenwijk van Kathmandu, bestaande uit diverse smalle en kronkelende straatjes. Geen buitenlander ontkomt aan een korter of langer verblijf in deze wijk. Het is een aaneenschakeling van souvenirwinkels, internetcafés, restaurants, boekingskantoren voor trekkings in de bergen en dat soort zaken. Rustig is het er nooit. Hoe smal de straatjes ook zijn, overal wurmen de motorfietsen, fietsen en auto's (meestal Suzuki-taxi's) zich er al toeterend door. Voortdurend zijn er taxichauffeurs of riksjabestuurders die je overal heen willen brengen. Langer dan 5 seconden stil staan voor een etalage is onmogelijk: je wordt direct aangesproken door de eigenaar om vooral binnen te komen kijken, want alles is 'very cheap' en je krijgt een 'special price'.
Onderhandelen over de prijs is altijd noodzakelijk. Zo heb ik een rit met een riksja gemaakt naar de Swayambhunath, een rit van ongeveer 25 minuten. De vraagprijs was 500 roepies, de rit kostte uiteindelijk 100 roepies. En dat is kennelijk een normale prijs. Ergens voelt het ook wel een beetje dubbel, want waar vind je bij ons iemand die je voor € 1 een ergens heen brengt? Een taxi heb je gemiddeld ook voor zo'n 200 roepies, die is door het drukke verkeer soms ook een half uur onderweg.
De vele muziekwinkels vormen ook een verhaal apart. Vrijwel overal hoor je dezelfde muziek uit de luidsprekers komen. Een legale CD is nauwelijks te krijgen; je ziet hier veel dezelfde CD's en DVD's die men ook bij ons verkoopt, maar dan voor een fractie van de prijs die bij ons gewoon is. Als je naar de hoesjes kijkt zie je al zo dat het om een kopie gaat. Hetzelfde geldt voor rugzakken en jassen. Nergens zie je zoveel jassen van NorthFace als hier. En op de marktstalletjes zie stapels Calvin Klein ondergoed liggen. Ik heb hier ook een 'NorthFace' rugzakje gekocht voor € 8.......
Waar je hier ook erg aan moet wennen is het hartgrondige gerochel en gespuug op straat. Het komt werkelijk uit hun tenen. Omgekeerd schijnen Nepalezen het smerig te vinden dat wij onze neus in een zakdoek snuiten om die dan vervolgens weer in onze broekzak te steken.... Een ander fenomeen is de manier waarop daal bhaat, het nationale gerecht van Nepal (bestaande uit linzen, rijst en groenten en soms ook vlees), gegeten wordt. Men heeft hier de gewoonte om dat met de handen te doen. Je ziet dan dat men met de handen in de rijst zit te kneden, om dat vervolgens te mengen met de bijbehorende groenten en om geheel vervolgens al slurpend en smakkend naar binnen te werken. Vlees, met name kip, wordt met bot en al geconsumeerd. Echte Nepalgangers zweren ook bij het met de handen eten; ik kan en wil er zelf niet echt aan wennen. Ik ben dus kennelijk ook geen echte Nepalganger...
En nog een beleving apart is de vertrekprocedure van een lokale bus in Nepal. In dit geval de bus van Kathmandu naar Sankhu en omgekeerd. Als je aankomt bij de bus met draaiende motor denk je: mooi, die gaat zo vertrekken. Maar dat is verkeerd gedacht. De bus zit inmiddels vol met mensen die allemaal gereed voor vertrek schijnen te zijn, maar lijdzaam afwachten wanneer dat ook echt gaat gebeuren. Want na een tijdje zet de chauffeur de motor uit, vervolgens een paar minuten later weer aan en zet de bus zich in beweging: we gaan! Nee, na een meter rijden staan we weer. Motor uit, chauffeur de bus uit. Chauffeur weer in de bus, motor aan. Er gaan wat passagiers de bus uit, anderen stappen in. De bus maakt nu een sturende beweging en rijdt 2 meter. We staan weer stil; de chauffeur claxonneert uitgebreid. Motor uit. Motor aan. Claxonneren. Passagiers eruit, passagiers erin. Claxonneren. Nog meer passagiers erin. En dan: na ruim een kwartier gaan we dan eindelijk rijden!! Zoals ik al eerder schreef, haltes zijn er niet. Maar als de bus stopt om iemand erin te laten stopt hij 10 meter verder om weer iemand erin te laten. Je zou toch denken: als je bij elkaar gaat staan hoeft de bus maar één keer te stoppen. Maar: this is Nepal.....
Ik ben de afgelopen tijd opnieuw (nu met Gill) naar de Bodhnath (Bouddha) tempel geweest omdat het bezoek van een paar weken terug zo tegen het vallen van de avond wel erg kort was en geen recht deed aan dit prachtige bouwwerk. Nu heb ik er bij mooi licht veel meer tijd aan kunnen besteden. Hiervandaan hebben we gewandeld naar het complex rond de Pashupatinath tempel, de belangrijkste hindoetempel van Nepal. Het staat ook op de werelderfgoedlijst. Vlakbij deze tempel vinden aan de oevers van de Bagmati rivier dagelijks lijkverbrandingen plaats. De Bagmati is een heilige rivier (hij komt uit in de Ganges) maar als je de rivier zo ziet heeft het meer weg van een enorme vuilnisbelt. Werkelijk onvoorstelbaar!
De lijkverbrandingen op zich vormen overigens een heel bijzonder spektakel. Alles speelt zich in het openbaar af en iedereen mag er naar kijken. Er zijn aan de oever talloze plaatsen (zgn. 'ghats') waar op brandstapels lijken verbrand worden. Je ziet ook alle ceremonies die als laatste ritueel aan de feitelijke verbranding vooraf gaan. Zo wordt het lichaam van de overledene geheel ontkleed vanuit de gedachte dat je naakt op de wereld komt en deze ook naakt verlaat. Daarna wordt de brandstapel door een familielid aangestoken en bewaakt. Als de verbranding voorbij worden de resten in de rivier geveegd. Hoewel dit alles vanuit onze cultuur wellicht wat bizar lijkt heb ik hier toch meer het gevoel gekregen dat men de dood hier veel bewuster deel van het dagelijks leven laat zijn. Het feit dat tientallen mensen hier aan de oevers uitgebreid naar zitten te kijken, terwijl daar gewoon kranten- en souvenirverkopers tussendoor lopen, versterkt voor mij dit gevoel.
Vlakbij de crematieplaatsen waar ik ben geweest bevindt zich een hospice, dat ik ook heb bezocht. Ik heb ook even binnen mogen bekijken. Het hospice bestaat uit een aantal (kleine) kamers waar meerdere bedden bij elkaar staan. De hele familie zit aan het ziekbed van de stervende. Naast de bedden staat een kachel; er is hier nergens centrale verwarming en in deze tijd van het jaar (eind januari/begin februari) kan het vooral 's-avonds behoorlijk koud zijn. Er staat ook een zuurstofapparaat en er is een ringleiding voor zuurstof.
Er is een dokter, die aan de polsslag bepaalt wanneer het overlijden nabij of een feit is. Hij liet me ook zijn medicijnkast, gevuld met gesponsorde medicijnen, zien. Morfinepompen- en pleisters hebben ze niet; wel ampullen en injecties.
Na het overlijden wordt het stoffelijk overschot naar de oever van de rivier gebracht voor het verrichten van de laatste rituelen. Vervolgens vindt er een plechtigheid in een tempel plaats, waarna de openbare verbranding plaatsvindt.
Verder ben ik de afgelopen tijd ook nog naar Patan geweest. Patan ligt even ten zuiden van Kathmandu (het grenst er aan). Hier bevinden zich diverse prachtige oude tempels en ook is er een Durbar Square. Durbar betekent paleis en omdat Patan ooit een zelfstandig koninkrijkje was heeft het net als Kathmandu en Bhaktapur een Durbar Square. Ook dit complex staat op de werelderfgoedlijst, net als de gelijknamige plaatsen in Kathmandu en Bhaktapur (allebei ook ooit zelfstandige koninkrijkjes).
Voor het geval de lezers van mijn weblog denken dat ik hele dagen aan het internetten ben nog dit: dit verhaal zit ik nu te typen in een koude, vochtige, keuken in het appartement in Sankhu met 2 kaarsen op tafel, wachtend totdat om 21 uur (over 10 minuten) de stroom weer aan gaat. Naast mij staat een beker Nescafé en ligt de Lonely Planet van Nepal; dat is zo'n beetje het decor van mijn typewerk. In Sankhu is, zeker in het donker, absoluut niks te beleven, op een paar blaffende zwerfhonden na. Dus is het typen van een weblog een welkome afleiding. En in het weekend, terug in Kathmandu, kopieer ik het hele verhaal in één keer op mijn weblog. Deze methode heeft bovendien als voordeel dat je niet alles kwijt bent als halverwege je typewerk de stroom- of internetverbinding uitvalt. Veel restaurants in Kathmandu bieden overigens gratis Wi-Fi-internet aan en je ziet dan vrijwel altijd bosjes toeristen met laptops in de weer bij een kopje koffie of zo. Mijn favoriete tent is Gaia, waar we met Crossborders in het begin ook steeds heen gingen. Leuk is dat je steeds weer nieuwe Nepalgangers in dit soort zaken ontmoet.
En inmddels is het licht aan en zijn de kaarsen uit....
Namaste!
Reacties
Reacties
Mooi verhaal Henk. Al die snot in je zak is ook vies. Ga vooral verder met vertellen. X.L.
He Henk
Ik vind het leuk je verhalen te lezen. Wat een andere wereld, maar wel veel leuke ervaringen rijker. Dat lesgeven lijkt me een hele klus maar af en toe effe optreden lijkt me nodig. Nog veel plezier en leuke ervaringen. Het beste
moesten wij ook niet klassikaal, de woordjes opzeggen?
en snapten wij het?
ook kreeg ik pas engels op de middelbare school.
dus veel sterkte en succes
Ha die Loco, wat een avontuur! Je geduld wordt wel op de proef gesteld, maar je doet het dan toch maar!
Chapeau!! om het even in een andere taal te zeggen.
Toch denk ik dat dat lezen zonder dat je het begrijpt wel iets doet, je hoort dan toch een andere taal, kinderen voorlezen schijnt toch leerzaam voor ze te zijn. Die hond, wat een kanjer! Hoop maar dat hij inderdaad elke dag een beetje vriendelijker wordt.
Namaste!!
Dag Henk,
Dat valt niet mee, zo'n klasje vol kakelende ventjes! Jouw indrukwekkende gestalte zou hen toch met wat meer eerbied moeten vervullen. Hier wreekt zich natuurlijk het feit, dat je hen niet in hun eigen taal op hun donder kan geven.
Ik kan me voorstellen, dat het je uitput, vooral mentaal. Ik heb in een heel andere context ook wel eens zo'n gevoel gehad toen ik in het buitenland werkte, vooral in Italië, zo van: wat doe ik hier, werkt dit wel en moet ik niet aan mijn stutten trekken en lekker naar huis gaan?
Niet doen Henk! Om twee redenen: Je loopt de beloning mis die bestaat uit een geweldige voldoening als je het volgehouden hebt. En als je tussentijds stopt heb je de rest van je jaren spijt. En voor ons in Nederland is het ook wel lekker rustig als jij helemaal daar zit !!!!
Overigens ìs het redelijk rustig in Nederland. Er is weer veel onzin aan de hand rond de OV-chipkaart die voor dieven te kraken is zodat ze voor niks kunnen reizen. Wat een onzin! Dat kon je met gestolen strippenkaarten ook en daarvan zijn trouwens ook vele valse gedrukt. Maar dat heet niet "gekraakt" en is dus geen leuk nieuwtje.
Ik ben naar een hoorzitting in de Tweede Kamer geweest. De kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat ondervroeg mensen die met het spoor te maken hebben, o.a. de directeuren van ProRail en NS. Het is verbijsterend hoe weinig die kamerleden van het openbaar vervoer weten. Eentje vond dat het openbaar vervoer vooral dient als alternatief voor de auto bij slechte weersomstandigheden! Wat een benepen visie op een systeem dat op sommige corridors in de Randstad al bijna 40 % van het personenvervoer voor z'n rekening neemt.
Je kunt ook zien dat elk commissielid voor zijn partij de vragen al klaar heeft. Die komen dan ook, zelfs als het antwoord al eerder is gegeven. Ik zie nog Bert Heemskerk van NS met open mond naar een kamerlid kijken die hem vroeg of hij ook iets over de aantallen wissels kon zeggen. Vlak daarvoor had hij uitgelegd hoeveel er waren, waar ze waren en dat NS er meer wil en ProRail minder en dat ze daarover een compromis aan het uitwerken waren. Dat Kamerlid had dus gewoon niet geluisterd en in plaats van zijn keuteltje in te trekken perste hij het er alsnog uit.
De domste twee zijn Charlie Aptroot van de VVD en Ineke van Gent van GroenLinks. Mopperen op dat verongelijkte toontje en elk probleem een chaos noemen. Het is een droomkoppel voor de autolobby!
Over Ineke van Gent gesproken: zij heeft als enige van de fractie tegen de nieuwe missie naar Afghanistan gestemd, op zich OK, maar wel passend in haar streven naar populariteit bij de achterban (die haar ooit naar ik meen van plaats 13 naar plaats 4 stemde op de lijst voor de Tweede Kamer).
Inmiddels heeft GL een bijzonder congres gehouden waar de leden flink hebben gemopperd op Jolande Sap (opvolgster van Femke Halsema), maar uiteindelijk het vertrouwen in de fractie niet hebben opgezegd. De rijen zijn weer gesloten, maar het valt te bezien of de schade op 2 maart (Prov. Statenverkiezing) beperkt zal blijven.
Zo Henk, nu weet je weer het een en ander, zij het door mijn soms rode, soms blauwe, soms groene bril gezien. Als jij mij bijpraat over Nepal doe ik dat over Nederland.
Dag hoor! Hou je taai.
P.S. Ik wist niet, dat je moeite had met eten met je handen. De laatste keer, dat Marja en ik bij Loek en jou aten, heb je nog ..... maar laat maar zitten. Dit is misschien niet de plek hier nader op in te gaan. Ha!
Kusje!
prachtig al die verhalen van jou om te lezen
gr. Siem en Corrie.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}