Op reis met Henk, Nepal 2011

Afscheid

Dit was mijn laatste week in Sankhu. En tevens de laatste week van mijn werk in Nepal. Een wat bijzondere week mag ik wel zeggen. In de eerste plaats was daar het bezoek van Bart, een van de vroegere vrijwilligers die in het klooster gewerkt heeft, en een vriend van hem. Hij heeft een soort 'gastcollege' gegeven. Bestond vooral uit het tekenen en kleuren van auto's en vliegtuigen. De reliëfstickers van auto's vonden ze helemaal geweldig. Bart kende veel van de monniken nog bij naam en dat vond ik erg knap omdat ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet alle namen kan plaatsen.

En dan nog twee dagen lesgeven, waarbij woensdag tevens mijn laatste echte werkdag was. Ik had voor iedere leerling een cadeautje gemaakt, waaronder een of meer foto's waar ze zelf op stonden. Want daar zijn ze echt gek op. En voor de kleinen had ik de envelop voorzien van een wuppie; vonden de meesten ook grappig.

Donderdag kwam mijn opvolgster Jenny naar Sankhu en met haar ben ik naar het klooster geweest om haar daar voor te stellen en wegwijs te maken. En tevens was dat ook het moment van mijn echte afscheid. En ik moet zeggen dat het me zwaar viel. Vooral toen die kleintjes mij zo'n zijden sjaaltje (katha) om de nek hingen. De tranen springen nog in mijn ogen als ik er nu weer aan denk. Ik realiseer me op zo'n moment pas echt wat ze voor mij betekend hebben. Ondanks de soms wat moeilijke momenten komen ook de beelden boven van de jongetjes die boven hun kleurplaten driftig aan het krassen waren, de ondeugende lachjes die ze konden hebben, hoe ze met hun schriftjes om me heen stonden verlangend naar een sticker, hoe ze met hun hoofdjes met schimmelplekjes naar me toe kwamen. En hoe ze met elkaar om gingen: soms heel ruw, maar soms ook heel zorgzaam.

Ook realiseer ik me nu dat mijn Nepal avontuur er eigenlijk op zit. Vanavond (vrijdag) is het afscheidsdiner van Cross Borders met alle vrijwilligers en morgenavond vertrek ik rond 18 uur naar Nederland. Toen ik hier begon leek dat moment zo ver weg en vroeg ik me af of het wel vol te houden was al die maanden zo ver weg. Tegelijkertijd merk ik dat deze reis een geweldige indruk op me heeft gemaakt. Ik heb ontzettend veel gezien en meegemaakt, tussen de lokale bevolking gewoond, de ongemakken van het leven hier ervaren maar ook de lach van de mensen die je bijna overal tegen kwam. Indrukken die ik nooit meer zal vergeten. Kortom: een onvergetelijke reis!

Mijn gevoel op dit moment is dan ook dubbel: aan de ene kant fijn om naar huis te gaan en aan de andere kant wat moeite om deze volstrekt andere wereld te moeten verlaten. Het idee om straks weer dag en nacht stroom en water te hebben, winkels waar je zo goed als alles kunt krijgen, kortom: alles wat ons leventje in Nederland zo anders maakt, zal zeker weer moeten wennen.

Ik ben in ieder geval dankbaar dat ik dit heb mogen ervaren. Met name Loek ben ik dankbaar dat hij mij deze reis gegund heeft. En verder bedank ik iedereen die mij via deze weblog heeft gevolgd. De reacties op mijn verhalen heb ik als een grote steun ervaren en hebben zeker positief bijgedragen aan mijn verblijf hier. Heel, heel hartelijk dank!

This was Nepal!

Namaste!

Verfbommen in Kathmandu

Vandaag (19 maart) is het in Nepal een feestdag (een van de vele). Maar vandaag is het een bijzondere dag: 'Holy'. Het is een Hindoestaanse feestdag waarbij men elkaar bekogelt met zakjes water en verf. In Kathmandu, in de toeristenwijk Thamel, is het ook prijs. Bijna alle winkels zijn gesloten en op straat is het druk met lieden, doorgaans onder de verfvlekken, die gewapend met waterpistolen of flessen met smurrie op zoek zijn naar nieuwe slachtoffers. Overigens zijn het in Thamel meer toeristen dan Nepalezen die zich onder laten gooien. De straten zijn kletsnat, alsof er net een flinke regenbui is geweest. Het is overigens een soort kamikaze om je nu buiten te wagen, want ook vanaf de balkons worden zakjes water en verf naar beneden gegooid. En als je in de buurt van een groepje lieden loopt die er behagen in schept om onder gegooid te worden loop je grote kans zelf ook geraakt te worden. Mijn korte wandeling door de wijk heb ik zonder nattigheid doorstaan, maar verder is het verstandig om zoveel mogelijk de beschutting van een beschermd terras (zoals bij Gaia) op te zoeken. Die beschutting had ik gedacht te vinden bij een terrasje in Thamel. Zag er verleidelijk uit: de kaart vermeldde allerlei lekkere soorten koffie. Dus heerlijk plaatsgenomen op het terras en een cappuccino besteld: dat zou nog eens genieten worden! Die hoop werd wreed de bodem ingeslagen met de mededeling 'sorry sir, we can't make that, no power. Three thirty PM we have power'. En aangezien mijn bestelling plaats vond om 'eleven AM' was dit geen echt alternatief. Verklaarde meteen waarom het zo stil was op dit terras. Leve de powercut... this is Nepal.....

De rest van de dag heerlijk doorgebracht op het terras van Gaia, een soort veilige oase tussen al het geweld. Omdat alles is gesloten kan ik vandaag ook geen afscheidscadeautjes voor de jongens kopen; dat moet morgen dus omdat ik hierna geen kans meer heb.

De afgelopen week heb ik in het klooster op bescheiden schaal Engelse les gegeven. Met name aan groep 2, want die was het trouwst aanwezig. Groep 3 had het druk met de voorbereiding van een bijzondere puja in verband met het overlijden van iemand (niet uit het klooster). De groepen 1A en 1B heb ik nog wat proberen bij te brengen en de klassen UKG en ABC heb ik vooral bezig gehouden met kleuren, tekenen en spelletjes. Ze leerden daar geen Engels van, maar volgens mij heb ik wel bijgedragen aan hun creatieve ontwikkeling en dat is ook nooit weg. Misschien heb ik bij een enkele monnik wel de kiem gelegd voor het maken van zo'n prachtige zandmandala. Dat zijn hele kunstwerken, waar ze dagen aan bezig zijn, om na afloop met één veeg te worden vernietigd. Hiermee wordt de vergankelijkheid van alles in dit leven gesymboliseerd. En in mijn hoop werd ik gesterkt door het feit dat ik na afloop van de kleurles de kleurprenten verfrommeld en verscheurd terugvond.....

Halverwege de week kwam Els op bezoek. Zij is vanuit haar werk gewend groepen kinderen bezig te houden en die heeft zich heerlijk op 'mijn' monniken kunnen uitleven. We hebben er een heerlijke dag tekenen, kleuren en vooral buitenspel van gemaakt. En omdat het grootste deel van de leiding van het klooster afwezig was konden we probleemloos onze gang gaan. En ze vonden het geweldig. Balspelen, kliederen met water, ballonnen trappen: van de jongste tot de oudste was het dikke pret. Els had ook leuke prijzen meegenomen zodat iedereen er ook een leuke herinnering (dat vonden wij althans) aan overhield. En het was erg leuk om ze zo met elkaar bezig te zien.

En na deze speeldag is er van Engelse les bij de groepen 1A en 1B ook niet meer zo veel terecht gekomen. Ik had groep 1A nog wel les gegeven, maar toen ze er achter kwamen (en dat gaat binnen het klooster met de snelheid van het licht) dat groep 1B had mogen kleuren kreeg ik in de loop van de dag prompt te horen: 'teacher, tomorrow 1A coloring'. En dat heb ik ook maar gedaan.

Mijn biotoop tijdens zo'n kleurles ziet er als volgt uit. Eerst moeten de gewenste kleurplaten worden uitgedeeld. Dat gaat door het laten circuleren van het kleurboek, dat met het uitscheuren van de geselecteerde platen snel in omvang mindert. Vervolgens zet ik dan een bus met 100 kleurpotloden klaar en dan gaat de rest vanzelf. Om het kleurproces niet te verstoren houd ik mij bezig met het slijpen van de portloden. Daarnaast houd ik mij bezig met het verstrekken van vlakgom, het keuren van de werkstukken en het ophangen ervan. En dan willen ze ook nog op de foto met het resultaat van hun werkzaamheden. Ja, wie had dat ooit gedacht: Henk, die nooit iets met kinderen heeft ondernomen, te midden van jongetjes van zo'n 9/11 jaar, met een bus kleurpotloden van de Hema, in de weer met een puntenslijper van 5 roepies en een rolletje plakband om de muur en de kast van het lokaal te verfraaien. Nee... jij verandert Nepal niet; Nepal verandert jou... (wijsheid van Cross Borders).

Namaste!

Een gewone werkweek en Rotary…

De afgelopen week was een gewone werkweek in het klooster. De afwezigheid van 1 of meer klassen zonder aankondiging begin ik namelijk intussen ook normaal te vinden. Want klas 4 heb ik deze week helemaal niet gezien en klas 3 maar 1 keer; klas 2 heb ik twee keer gehad. Betekent dat ik me vooral heb bezig gehouden met de klassen 1A, 1B en UKG en ABC. En dan nog de privélessen met Karma Tharchen.

Een tamelijk vermoeiende week omdat die klassen met de kleine monniken alleen maar energie kosten en nauwelijks energie geven. Ik heb een spelletje geprobeerd met kaartjes van losse woordjes met de bedoeling om daar zinnen van te maken (tip van Nina), maar dat werkte niet. Ze luisterden totaal niet naar de bedoeling en begonnen met de kaartjes te gooien, wat ik toch wel een redelijke frustrerende ervaring vond. Ik heb die les daarom voortijdig beëindigd om weer even tot mezelf te komen. En ook in de andere klassen krijg ik steeds meer het gevoel in een vicieuze cirkel te zitten van woordjes opdreunen aan de hand van plaatjes (waarbij de woordjes veelal bij plaatjes in het boek zijn gekliederd). Maar een fatsoenlijke zin krijg ik er niet uit. Als ze willen schrijven is het: 'teacher, writing'. En dan gaan ze weer braaf de lessen overkalken. En ik laat dat dan maar zo, ik weet even niks meer. De verhalen in het boek sla ik helemaal over omdat ze daar absoluut niks van begrijpen. Ik begin me echt af te vragen of we met Cross Borders op deze manier moeten doorgaan met het geven van Engelse les aan deze groepen. Dat heb ik ook aangegeven in het overdracht document dat ik voor Cross Borders en mijn opvolgster heb moeten maken. Ik denk ook dat een belangrijk deel van het probleem zit in het feit dat de vrijwilligers geen Nepalees spreken en daardoor niet goed in staat zijn om de oefeningen uit te leggen. Misschien zou het helpen als de vrijwilligers deze groepen les gaan geven samen met een oudere monnik die redelijk Engels spreekt. Overigens denk ik dat ik de komende dagen het geven van Engels maar ga laten voor wat het is; gewoon maar spelletjes en zo doen, lesjes overschrijven en dat soort werk. Gewoon om het me zelf wat gemakkelijker te maken.

Vorige week had ik foto's laten afdrukken van de grote puja en die had ik meegenomen. Ze werden zo ongeveer uit mijn handen gegrist; geweldig vonden ze het. Maar ik had bij lange na niet genoeg foto's voor alle monniken zodat ik deze week weer een nieuwe voorraad heb laten afdrukken. Afgelopen week ben ik ook begonnen met het maken van foto's van iedere monnik afzonderlijk om daarmee een 'smoelenboek' te maken voor Jenny, mijn opvolgster. En die foto's heb ik ook maar laten afdrukken, heb ik in ieder geval voor iedere monnik persoonlijk een foto. En wat ook blijkt te scoren is het plakken van stickers in de schriftjes of op de polsjes. En dan had ik van de week het idee opgevat om ballonnen uit te delen: bingo! Alleen was ik zo stom geweest om die ballonnen alleen uit te delen aan de klassen UKG en ABC. En dat was binnen de kortste keren in het hele klooster bekend zodat ik belaagd werd door teleurgestelde monnikjes van de groepen 1A en 1B; die had ik afgescheept met stickertjes. Helemaal fout dus. Toen ik terugliep naar Sankhu werd mij nageroepen: 'tomorrow balloons for 1A and 1B, teacher'. En gelukkig had teacher nog een zakje ballonnen achter de hand zodat 1A en 1B de volgende ochtend alsnog van de gewenste ballonnen was voorzien.

Inmiddels begin ik zo'n beetje aan de laatste weken/dagen van mijn verblijf hier. Zo arriveren vandaag de laatste vrijwilligers van de nieuwe groep die ons gaat aflossen. En ik merk dat ik het onderhand ook wel fijn vind om weer naar huis te gaan; ik vind het wel goed geweest. In de weekends ga ik nog steeds naar Kathmandu om de andere groepsleden te ontmoeten en lekker te eten. En om lekker te relaxen bij Gaia met een drankje en een goede internetverbinding.

Vandaag ben ik voor de derde keer geweest naar Boudhanath, de grootste stupa van Nepal. En opnieuw vond ik het prachtig. Ik vond het absoluut geen straf om hier weer opnieuw te zijn. De sfeer opsnuiven, de mensen observeren, prachtig. Ik werd hier aangesproken door een man die met mij een interview wilde houden over mijn ervaringen met Nepal. Ik was er aanvankelijk wat afhoudend over maar de man maakte een oprechte indruk op me. Bovendien sprak hij goed Engels. Dus op een terrasje met uitzicht op de stupa raakten wij aan de praat. Deze man liet mij zijn uitgebreide cv zien in een van de tijdschriften die hij bij zich had. Dit tijdschrift gaf hij zelf uit. Dit tijdschrift heet 'Quarterly Development Review', gericht op de ontwikkeling van vrouwen en kinderen, milieu en toerisme in Nepal. Hij heeft diverse illustere personen ontmoet, zoals Jimmy Carter, Dr. Elinor Ostrom (nobel prijswinnares economische wetenschap), Ban Ki-moon (secretaris generaal van de VN), Rick Perry (gouverneur van de staatTexas), Kofi Annan (voormalig secretaris van de VN) en meer hooggeplaatste personen. Hij toonde alles aan met foto's en artikelen. Of de naam 'Henk Dijkstra' in dit rijtje thuishoort weet ik nog zo net niet... Deze man (hij heet Ram Kumar Khatri en zijn naam is inderdaad via Google te vinden) is lid van de Rotary hier en hij houdt zich ondermeer bezig met een soort 'Peace Centre'. Hij was op zoek naar ambassadeurs van diverse landen hij vroeg of ik 'unofficial chief peace ambssador' voor Nederland wilde zijn. Ik kreeg dan ook gratis de beschikking over een kamer met keuken waar ik mocht verblijven bij volgende bezoeken aan Nepal. Ik gaf aan dat ik daar nog niet zo zeker van was, maar interessant is dit alles wel. Hij wilde een foto en een cv van me hebben. En die foto zou bij die kamer en in zijn tijdschrift (bij het interview) geplaatst worden ('de chief peace ambassador of the Netherlands'). In het interview vroeg hij wat mijn positieve en wat mijn negatieve ervaringen met Nepal waren. Of ik getrouwd was en kinderen had. Mijn antwoord dat ik met een man getrouwd was bracht hem tot enig nadenken, maar hij zei toen dat ik Loek bij een volgend bezoek zeker mocht meenemen. En hij vroeg wat ik in mijn leven nog verder wilde bereiken. Hij vond dat ik overal 'nice answers' op gaf. Na uitwisseling van de mailadressen en telefoonnummers gingen we uit elkaar. Voor mij toch wel een heel bijzondere ontmoeting met reden tot nadenken....

En nu op naar mijn laatste volle werkweek hier....

Namaste!

Mountain Flight

Een van de excursies die hier in Kathmandu worden aangeboden is een zgn. 'Mountainflight'. Je gaat dan in een klein vliegtuig naar de besneeuwde toppen van de Himalaya, waarbij je ook langs de Mount Everest komt. Omdat ik niet mee had gedaan aan de bungyjump en ook niet was gaan raften vond ik dat ik mezelf dit uitstapje wel cadeau kon doen. Een tijdje terug had ik al aan Bharat (de man die alles voor Cross Borders regelt hier in Nepal) aangegeven dat ik zo'n vlucht wilde maken. Omdat zo'n vlucht alleen zin heeft als het echt helder weer is, heb ik even geduld moeten betrachten. Maar vanmorgen was het zover: prachtig helder weer en de vlucht kon doorgaan!

Rond 6 uur werd ik met een auto opgehaald en naar het vliegveld van Kathmandu gebracht. En rond half acht (ruim een half uur te laat) gingen we de lucht in. Het vliegtuig is zodanig ingericht dat iedereen een plaats aan het raam heeft. Iedereen kreeg ook overzicht van de bergketen, waar we langs zouden vliegen, mee. Maar dan nog blijft het moeilijk de diverse toppen te herkennen. Onderweg kwam een stewardess regelmatig langs om aan te geven welke toppen in beeld waren. En iedereen mocht af en toe in de cockpit kijken.

Wat een grandioos gezicht! Zo midden tussen deze hoogste toppen van de wereld, bedekt onder een dikke laag sneeuw en ijs waan je je wel erg nietig. Dit was dus echt genieten. Halverwege, vlakbij de Mount Everest, keerde het vliegtuig om weer naar Kathmandu te gaan.

De vlucht duurde intotaal drie kwartier, maar het had van mij wel veel langer mogen duren.

Kortom: een onvergetelijke ervaring!

Namaste!

Bhaktapur

In een van mijn eerdere verhalen heb ik aangegeven dat er ooit drie koninkrijkjes bij elkaar lagen in de Kathmandu vallei: Kathmandu, Patan en Bhaktapur. Alle drie hebben een paleis (durbar) en dus ook een Durbar Square. Patan en Kathmandu heb ik eerder deze reis bezocht en Bhaktapur stond nog op mijn wensenlijstje. Dit weekend is het er van gekomen om een bezoek aan deze prachtige oude stad, zo'n 16 kilometer ten oosten van Kathmandu gelegen, te brengen.

De stad is één grote verzameling van smalle kronkelende straatjes en pleinen met prachtige tempels, houtsnijwerk, beelden enz. Durbar Square in Bhaktapur staat, net als de gelijknamige pleinen in Patan en Kathmandu, op de werelderfgoedlijst. Het is een bijzondere belevenis om door al dit moois rond te zwerven. Je kunt dit met een gids doen (overal zijn er lieden die zich als zodanig aanbieden), maar ook op je zelf doen. Daar heb ik voor gekozen omdat de stortvloed van informatie die je van zo'n gids krijgt bij mij meestal niet lang blijft hangen (als het al goed te verstaan is door het meestal matige Engels). Voordeel daarvan is dat het roepies uitspaart en dat je alles op je eigen manier en tempo kunt laten inwerken.

Om de binnenstad te bezoeken moet je 1100 roepies betalen. De 'volunteercard', die tot nu toe de toegang tot de meeste bezienswaardigheden gratis opende, werd nu, na een grondige bestudering van het document, niet geaccepteerd. Je steunt overigens door deze (voor Nepalse begrippen hoge) toegangsprijs het onderhoud van al het moois wat hier is te zien en je krijgt een folder met plattegrond.

Het bekendste plein is dus Durbar Square, maar ook de diverse andere pleinen (zoals Dattatraya Square, Potters' Square en Taumadhi Square) zijn zeer de moeite waard. En verder kom je overal kleine tempels, stupa's en houtsnijwerk tegen.

Ik was er redelijk vroeg (met een taxi vanuit Kathmandu) waardoor het nog niet al te druk was, maar toen ik terugging halverwege de middag werd het wel erg druk. Het toerisme heeft Bhaktapur ook duidelijk ontdekt.

Al met al een zeer bevredigende excursie.

Namaste!

Grote Puja en extra vrije tijd

De afgelopen week heb ik in het klooster geen Engelse les gegeven vanwege een grote puja, die 7 dagen heeft geduurd. En daar moeten alle monniken, groot en klein, bij zijn. Voor die die tijd zijn ze druk bezig geweest met de voorbereidingen, zoals ik in een vorig verhaal heb verteld. Daardoor heb ik in die tijd de hogere klassen (2, 3 en 4) ook geen les kunnen geven. En dat alles betekende dat ik onverwacht wat extra vrije tijd had.

Die heb ik afgelopen maandag ingevuld door een uitstapje naar Nagarkot, een plaatsje zo'n 12 kilometer van Sankhu, gelegen op ongeveer 2000 meter hoogte. Ik was te voet begonnen vanaf Sankhu, maar even over de helft hoorde ik het inmiddels vertrouwde gebrom van een bus die omhoog kwam. Toen moest ik snel beslissen of ik deze bus voorbij zou laten gaan of dat ik mijn hand zou opsteken (en dan niet om te groeten). Het is de hand geworden en op een comfortabel plekje (naar Nepalese begrippen) voorin de bus heb ik de overige 6 kilometer naar boven afgelegd. Daar heb ik gelogeerd in een hotel in een kamer met uitzicht op de bergen. Vanwege het mooie heldere weer was het uitzicht grandioos: de hele Himalaya was te zien, van het Annapurna massief tot aan de Mount Everest. De zonsondergang en zonsopgang vanaf het hotelterras waren ongekend mooi. Kortom: dit uitstapje was alleszins de moeite waard!

Na het ontbijt op het hotelterras (met de bergen als achtergrondpanorama) weer met de bus naar een punt tussen Nagarkot en Bhaktapur om daar vandaan te wandelen naar Changu Narayan, waar zich een prachtig tempelcomplex, dat op de werelderfgoedlijst staat, bevindt. De eeuwenoude tempels met hun prachtige houtsnijwerk zijn werkelijk prachtig. Het geheel ligt wat buiten de gangbare toeristenroutes en daardoor is het er niet overdreven druk. En dat maakt een bezoek aan dit complex extra de moeite waard. Al zijn ook hier wel wat souvenirverkopers die overal 'special prices' voor maken. Verder hiervandaan terug gewandeld naar de weg naar Sankhu en met de bus terug.

Voor de rest van de week wilde ik de puja in 'mijn' klooster bijwonen. Zoals ik al zei, duurt de hele puja in dit geval zo'n 7 dagen. Al die tijd, dag en nacht, zijn er monniken in de gompa (tempel) die blijven reciteren. Overdag zijn dat vooral de jongere monniken, 's-nachts zijn de ouderen aan de beurt. En overdag vinden er lange sessies, waar alle monniken bij zijn, plaats. Ik heb er voor gekozen om de laatste 2 dagen bij te wonen. Hoewel ik er niks van kon verstaan of begrijpen gaat er toch een heel bijzondere sfeer van deze sessies uit. Je kunt er je eigen gedachten bij hebben en dan kan het ook van alles met je doen. Vooral gisteren (3 maart) was heel bijzonder. Dat reciteren wordt regelmatig afgewisseld door het slaan op grote trommels (16 tegelijk) en dat is heel imponerend. En het trommelen wordt afgewisseld door het blazen op grote horens. In de middag hadden de monniken grote gele kappen op en Lopen Rimpoche (de voorganger zal ik maar zeggen) werd getooid in een heel bijzonder kostuum. Dat maakte het geheel nog indrukwekkender. Op een gegeven moment gingen alle monniken naar buiten om een brandoffer te brengen. Voor in de tempel stond namelijk een soort beeld met versieringen dat ze van stro, bamboe, boter en deeg hadden gemaakt en beschilderd. En dat beeld moest verbrand worden met de nodige rituelen. Ik vond het geweldig dit hele gebeuren te mogen ondergaan en dat ik het allemaal van dichtbij mocht meemaken. Ik hoop aan de hand van de foto's iets van deze sfeer over te brengen. Maar of dat helemaal lukt... Ik beschouw het ook maar een beetje als een cadeautje voor mijn 8e trouwdag gisteren.

En over gisteren (de trouwdag van Loek en mij) gesproken: toen ik terugkwam van de puja vond ik op tafel een felicitatiekaart van Jeroen (mijn huisgenoot) met een uitnodiging om uit eten te gaan in een restaurant naar keuze in Sankhu, samen met Micha (een andere vrijwilligster die tijdelijk bij ons verblijft). Erg leuk. Nu is het zo dat de keuze aan restaurants in Sankhu beperkt is tot 2, dus zoveel valt er niet te kiezen. Het is het bamboerestaurant geworden. Het restaurant bestaat uit een aantal wiebelende tafels en stoelen, een roze koelkast, gifgroene muren en wat peertjes met TL-licht. De achtergrondmuziek wordt verzorgd door wisselende mobiele telefoons. Naast ons bestond het achtergrondgeluid uit het luidruchtig leegslurpen van soepkommen door 2 in leer gestoken jonge Nepalezen. En zo rond 8 uur is het sluitingstijd en gaat de motor naar binnen.

Al met al een bijzondere dag....

Namaste!

Grote Puja en uitdrijven van geesten

De afgelopen week werd Sankhu door een hels kabaal dagelijks van vroeg tot laat tot een bron van grote ergernis. Op het huis tegenover ons appartement werden drie enorme luidsprekers gemonteerd en daar kwam op een gegeven moment een oorverdovend lawaai uit. Allerlei hindoestaanse gezangen, afgewisseld door het indringende en opzwepende gepreek van een geestelijke. Dat begon om half acht in de ochtend en dat duurde tot tien uur in de avond. En dat elke dag, meer dan een week lang. Volgens een van de jongens van het weeshuis betrof het het uitdrijven van geesten uit dat huis. Of de geesten echt verdreven zijn weet ik niet (ik zou als geest allang vertrokken zijn), maar de rust in de wijde omgeving van Sankhu was dat in ieder geval wel. Het geluid stond zo hard dat het af en toe vervormde. Daar zijn ze volgens mij hier gek op: meermalen heb ik feesten gezien waar de luidsprekers stonden te trillen en de muziek vervormd over de feestgangers werd uitgestort. En ook in bussen word je soms getrakteerd op muziek van dat niveau. De herrie was zelfs in het klooster, 25 minuten lopen naar boven, duidelijk waarneembaar. Jammer, vooral omdat de reden voor dit geluidsvolume mij volstrekt ontgaat. En dan was er op een van de laatste dagen van de geesten-uitdrijverij ook nog een feest aan de achterzijde van ons appartement, zodat we toen uit 2 lawaaizenders konden kiezen....

Wat het klooster betreft: de komende week hebben ze zeven dagen lang grote puja. Dat houdt in dat er elke dag een dienst is, samen met een aantal Tibetaanse nonnen uit een ander klooster. En na de puja vieren ze het Tibetaanse Nieuwjaar. En dat alles houdt weer in dat ik voorlopig weer geen Engelse les geef. Jammer, omdat ik al zo laat met lesgeven begonnen ben en er al zoveel lessen door bezoeken aan Bodhnath (Bouddha, in Kathmandu) zijn uitgevallen. En als ik daarbij ook nog bedenk dat ik vandaag over 4 weken naar huis ga kom ik tot de slotsom dat mijn totale effectiviteit niet zo erg groot is. En dat vind ik gewoon jammer. Ik weet het: ze zitten niet in het klooster voor Engelse les, maar toch....

De puja betekent wel dat het hele klooster een grote schoonmaakbeurt krijgt en dat alle monniken hier druk mee in de weer zijn. Ook maken ze allerlei offerbeeldjes van boter en deeg, die ze heel kunstig bewerken en beschilderen. De komende week ga ik zeker een aantal keren de puja bijwonen want er gaat wel een bijzondere sfeer van uit. Verder denk ik de komende week wat uitstapjes in de omgeving van Sankhu te gaan maken.

Verder ben ik vandaag (26 februari) opnieuw naar de stupa Swayambhunath in Kathmandu geweest. De stupa is onlangs door blikseminslag flink beschadigd en ze waren al volop met de reparatie bezig. Op weg er naar toe werd ik door een tweetal jongens aangesproken die mij een mooi klooster lieten zien en vervolgens leidden ze mij naar en winkel waar ze mooie handbeschilderde mandala's enthangka's verkochten. Nu gebeurt dit wel vaker en meestal wimpel ik dat soort 'rondleidingen' ook af, maar nu voelde het OK. Vooral omdat ik ook een mooi souvenir wilde hebben heb ik mij toch laten overhalen om zo'n mooie thangka, met de levenscirkel als centraal thema, aan te schaffen. En daarna met die2 jongens naar Swayambhunath. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ze me heel wat meer dingen hebben laten zien dan ik de vorige keer had gezien. En ik wist ook wel dat het uiteindelijk weer om geld (afkomstig uit mijn portemonnee) te doen was. En dan zeggen ze altijd eerst dat je moet geven wat je hart je ingeeft, waarna ze vervolgens aangeven dat wat je geeft weer te weinig is. Kortom: je doet het nooit goed. Maar een mooi uitstapje was het in ieder geval wel.

En dan heb ik opnieuw een busanekdote:

Bij een van mijn terugreizen naar Sankhu stond op het busstation in Kathmandu een bus waarvan ze het wiel aan het wisselen waren. Dat bleek de bus naar Sankhu te zijn. Maar dat was geen aanleiding om niet gewoon in te stappen en te gaan zitten (waaronder ik zelf). Terwijl ze aan het sleutelen waren had ik de gelegenheid het volgende tafereel gade te slaan.

Rond de bussen naast mij zag ik een redelijke kudde geiten staan. Op het moment dat ik me begon af te vragen waar deze kudde vandaan kwam werd bij een van de bussen de bagageklep achter in de bus geopend. En daar kwamen een stuk of wat geiten en geitjes uit waarvan er een paar prompt begonnen te plassen en te poepen. En dan te bedenken dat mijn rugzak een tijd terug ook in zo'n bagageruimte gelegen heeft....

Overigens was mijn bus inmiddels weer rijwaardig en konden we vertrekken. Wat me wel opviel was het feit dat een deel van de vloer voorin de bus even los gehaald werd, waaronder de straat en de aandrijving van de bus zichtbaar werd. Deze losse plaat zat met één schroefje half vast en werd waarschijnlijk op zijn plaats gehouden door de vele staande passagiers die zich tijdens de rit zouden gaan aandienen. Nee... je moet hier niet alles willen weten en zien...

Namaste!

Het klooster in Sankhu (2)

Inmiddels ben ik al weer wat weekjes aan de slag in het klooster in Sankhu en het lijkt me leuk een korte beschrijving te geven van de stand van zaken op dit moment.

Laat ik met de hond beginnen. Aanvankelijk leek hij van plan mij te verscheuren (en als er geen ketting was geweest zou hij dat waarschijnlijk ook wel gedaan hebben); inmiddels schijnt hij zich min of meer er bij neergelegd te hebben dat mijn aanwezigheid hier voor een tijdje een gegeven is. Ik kan hem nu vaak passeren waarbij er slechts een oog open gaat, soms komt er nog een klein grommetje. Maar of het ooit zover komt dat hij en ik echt vriendjes worden....

Ik heb nu ervaring met het lesgeven aan alle klassen en ik moet zeggen dat de ervaringen per klas heel verschillend zijn. Mijn dag begint om 8 uur met de leerlingen van klas 4 (de hoogste klas). Momenteel zijn dat 2 leerlingen van 21 en 24 jaar oud. Zij spreken heel behoorlijk Engels en zijn in staat om stukken uit de krant te lezen. Die neem ik op de eerste dag van de week vanuit Kathmandu voor ze mee en dan gaan we stukjes uit de krant lezen. Ik help hen daarbij door de moeilijke woorden uit te leggen en de uitspraak te corrigeren. En doorgaans is er nog een korte discussie naar aanleiding van hetgeen we gelezen hebben. Ook het lesboek dat we gebruiken bevat verhalen die echt ergens over gaan en ook daar hebben we gesprekken over. Kortom: gewoon leuk om met deze jongens te werken.

De volgende les begint om 8.45 uur (elke les duurt 45 minuten) en dat is klas 1A. Als ze er allemaal zijn is dat een groep van 10 jongens in de leeftijd van rond 10/12 jaar). Een lastige groep, die niet altijd echt gemotiveerd is. Ten eerste komen ze vaak te laat binnen en maken daarbij een hoop kabaal. Zo gaat er vaak een kwartier van de les verloren. Ze hebben ook een soort gong om de leerlingen voor de les bij elkaar te krijgen. Ze hangen dan een beetje uit het raam en slaan op de gong zodat de afwezigen weten dat ze zich moeten melden voor Engelse les. Probleem alleen is dat deze gong in een laatje van een van de bankjes ligt. Omdat ze die gong nooit in dezelfde la terugleggen beginnen ze achterin met het open van de laatjes, ze vervolgens met een harde klap te sluiten en deze handeling te herhalen tot de gong gevonden is. En dan te bedenken dat er 14 bankjes met 4 laatjes zijn.... Ik heb eens geprobeerd de gong op een bepaalde plaats neer te leggen zodat deze procedure wat veraangenaamd zou kunnen worden: vergeefs, de volgende keer lag het ding weer in een laatje... Het lesgeven aan deze groep is moeizaam. Het niveau van de groep verschilt onderling nogal. Er zijn er bij die best willen, maar er zijn er ook waarbij dat wat minder het geval is. Het lezen van verhalen uit hun boekje is lastig voor ze; ze begrijpen doorgaans niet waar het over gaat en zijn niet goed in staat om daar met eigen woorden iets over te zeggen. De les afsluiten met tekenen en kleuren of een spelletje vinden ze altijd leuk.

Hierna komt klas 1B, bestaande uit 9 leerlingen van 11 tot 15 jaar oud. Ook hier is het niveau verschillend. Ze schrijven graag lessen over, maar omdat dat volgens mij weinig nut heeft probeer ik dat te beperken, hoewel ik het mezelf een stuk makkelijker zou maken door dat wel te doen. Dus ook hier probeer ik toch met ze te oefenen door ze bijvoorbeeld een oefening vanuit hun boek te laten doen met een klein rollenspelletje. En ook hier maak ik ze blij met een spelletje en wat tekenwerk.

Vervolgens klas 2: 10 jongens van 12 tot 15 jaar. Een gemotiveerde groep waar ik veel mee kan. Ze doen graag de oefeningen uit het boek, stellen vragen en doen gewoon leuk mee. En dat motiveert. Maar ook hier blijkt dat ze de verhalen die ze lezen doorgaans niet echt begrijpen. Kopiëren willen ze wel, maar, zoals ik al zei: zinvol vind ik dat niet. Ik probeer ze echter wel te helpen door de verhalen langzaam stukje bij beetje met ze te herhalen en daar vragen bij te stellen. Ik denk dat dat een beetje gaat werken.

En dan komt klas 3; bestaande uit 6 leerlingen van 15 tot 19 jaar. Persoonlijk vind ik dit een leuke groep, omdat ik met hen ook gesprekken kan voeren. Ze stellen vragen en zijn ook in staat om de verhalen uit het boek redelijk te begrijpen. Hun Engels is heel behoorlijk. Ze zijn zo goed als door hun boek heen en ik heb inmiddels een nieuw boek voor ze beschikbaar, zodat ik met deze groep even vooruit kan.

Na de lunch komt klas UKG aan bod. Die bestaat uit 4 leerlingen van 9 tot 11 jaar oud. Een lastige groep die gewoon moeilijk is te hanteren. Ze maken veel kabaal en zijn moeilijk stil te krijgen (en te houden). De verhalen uit de boekjes begrijpen ze totaal niet, zodat daarmee doorgaan volstrekt zinloos is. Dus maar weer woordjes repeteren, tekenen en spelletjes doen. Ik ga binnenkort proberen een Engels memoryspel met ze te maken (Henk Darphorn, bedankt voor de suggestie!). Memory vinden ze sowieso erg leuk; ze grissen het spel zo ongeveer uit mijn handen. Maar al met al kost deze groep gewoon veel energie.

Dan geef ik hierna privéles aan Karma Tharchen. Hij is de leermeester van de monniken en ik word door hem in zijn eigen kamer ontvangen. Hij wil Engels leren vanuit een taalgidsje Tibetaans-Engels. Ik help hem daarbij met het verbeteren van zijn uitspraak. Helaas is zijn Engels echt niet te verstaan als je het gidsje er niet bij hebt. Komt bij dat hij de les regelmatig overslaat omdat hij druk is (zo is hij tevens kleermaker van het klooster), naar een puja moet of gewoon geen energie/zin heeft. Ik zie dit maar als een leuke onderbreking tussen 2 lastige groepen. Ik krijg bij hem altijd een beker warm water en een halve mandarijn. En er gaat van deze man gewoon veel rust uit.

Mijn lesdag wordt afgesloten met klas ABC, bestaande uit 4 leerlingen van 8 tot 10 jaar oud. Ook een lastige groep met veel lawaai en weinig discipline. De verhalen uit het boek begrijpen ze totaal niet. Woordjes kennen ze, want als ik plaatjes aanwijs worden de bijbehorende Engelse woordjes feilloos opgedreund. Maar zinnen maken is een ander verhaal. Als ze een potlood willen hebben is het: 'teacher, pencil'. Als ik ze vervolgens probeer duidelijk te maken dat dat wel iets beleefder kan in de vorm van 'teacher, do you have a pencil for me?', dan kijken ze je aan of ze water zien branden. Dan repeteer ik dus maar weer wat woordjes en sluit ik de les af met spelletjes, want dat vinden ze altijd leuk en dan zijn ze gewoon even stil. En na afloop van deze les ben ik toch wel blij dat het erop zit voor die dag.

Na deze les is het tijd voor thee en moet ik de hoofden van een aantal jongens met een zalf tegen hoofdschimmel insmeren. Of dat erg zinvol is weet ik niet omdat ze er niet altijd zijn en omdat ik er in de weekends niet ben. De behandeling wordt dus niet echt consequent uitgevoerd. Maar ik doe gewoon mijn best en koop elke week in Kathmandu de nodige tubes zalf om op die hoofden leeg te smeren.

En hierna mag ik dan terug naar het appartement. De monniken zelf hebben hierna nog les in het Tibetaans schrijven, gevolgd door een puja (een dienst in de tempel, waarbij Tibetaanse gebeden worden gepreveld). Ze hebben sowieso lange dagen: ze staan om 5 uur op en beginnen de dag met een puja en eindigen de dag om 18.30 met zelfstudie. Verklaart misschien ook wel waarom sommige leerlingen zo weinig concentratie aan de dag leggen.

Nog een aardige anekdote die ik tijdens een puja heb ervaren: tijdens de dienst ging de ringtone van de mobiele telefoon van de voorganger af. Hij nam de telefoon gewoon op, voerde uitgebreid op luide toon zijn telefoongesprek en ging daarna weer verder met reciteren...

En nog een aparte ervaring: bij mijn stoel vind ik regelmatig stokken, waarbij ik me aanvankelijk afvroeg wat ik daarmee moest. Blijkt dat ze er zelf aan gewend zijn bij wangedrag met een stok geslagen te worden. Ik maakte afgelopen week, toen het weer eens erg wanordelijk was, mee dat een van de leerlingen mij een stok aanreikte met de woorden 'teacher, stick'. Met andere woorden: mep er maar op los. Nu wil ik me daar als vrijwilliger echter niet mee inlaten en hoop ik op een andere wijze de komende tijd te overleven.

Verder wil ik kwijt dat ik redelijk wat vrijheid heb als het gaat om de indeling van de klassen. Als ik denk dat een leerling in een te hoge of te lage klas zit kan ik hem vragen in een andere klas plaats te nemen. Zo heb ik van de week een van de leerlingen uit klas 1A naar klas 2 kunnen laten gaan omdat hij in klas 1A duidelijk onder zijn niveau werkte. En dat vind ik dan ook wel weer leuk om te ervaren, ik heb dan ook echt het gevoel zo'n jongen wat verder te helpen.

En dan wil ik dit verhaal afsluiten met opnieuw een busannekdote. Omdat het nog altijd festival in Sankhu was kwamen de bussen uit Kathmandu overvol in Sankhu aan. Tegelijkertijd stonden er in Sankhu drommen mensen om in een bus richting Kathmandu te komen. Nu zou je verwachten dat je dan eerst een bus leeg laat lopen om vervolgens in een lege bus te stappen. Niet dus. Mensen die de bus in wilden stapten gewoon tegen de richting in de bus in en lieten de uitstappers er niet uit zodat de 2 stromen grote moeite hadden om in, dan wel uit de bus te geraken. Sommigen stapten zelfs door de raampjes naar binnen. Ik was zelf zo stom om te wachten op uitstappers, zodat ik er in kon, maar intussen werd ik voorbij gelopen door kleine Nepalezen die onder mijn armen door naar binnen kropen. En achter mij riepen ze notabene of ik maar op wilde schieten. En dan te bedenken dat opschieten niet een eigenschap is die als eerste naar boven komt als je de Nepalese volksaard wilt beschrijven. Werkelijk ongelofelijk: nog erger dan Nederlanders!

Dat was het dan voor nu!

Namaste!