Op reis met Henk, Nepal 2011

Evaluatieweekend

Het afgelopen weekend (11-13 februari) is de hele groep vrijwilligers weer bij elkaar geweest om elkaars wederwaardigheden op de diverse werkplekken aan te horen en om wat leuke dingen te doen. Met de lokale bus vertrokken we vanuit Kathmandu naar Barhabise, een plaatsje zo'n 100 km ten noordoosten van Kathmandu, in de buurt van de grens met Tibet. Een rit van ruim 4 ½ uur.

‘s-Middags een wandeling in de bergen gemaakt. Vaak word je onderweg aangesproken door met name kinderen in schooluniformen die vragen waar je vandaan komt, hoe je heet en hoe vaak je al in Nepal bent geweest. Zo werden we (Sunita, Maaike en ik) nu aangesproken door 2 meisjes en die nodigden ons uit om bij hun thuis even pauze te houden. Erg gastvrij, waarbij de hele familie zich om het gezelschap buitenlanders verzamelt en heel graag op de foto wil. Leuk dit soort ontmoetingen. De wandeling werd afgerond met een bezoek aan de werkplek van Els, die hier meteen afscheid nam. Het feit dat ze hier alleen moest werken in samenhang met de wel erg sombere accommodatie was haar alles bij elkaar te veel om het nog langer vol te houden; ze gaat nu naar Kathmandu om daar bij een kinderhuis aan het werk te gaan.

De volgende ochtend opnieuw met de lokale bus, nu naar het verder op de weg naar Tibet gelegen Last Resort met de bedoeling om daar te ontbijten en te bungyjumpen (voor de liefhebbers). Ontbijt is gelukt, bungyjumpen niet omdat er geen begeleidend personeel beschikbaar was. Het raften op de Bhote Kosi rivier ging niet door wegens gebrek aan belangstelling vanuit de groep, zodat het bungyjumpen een dag later toch nog door kon gaan.

Terug gewandeld naar het resort Borderlands, een heerlijk oord, om lekker te relaxen. Hier hielden we 's-middags onder leiding van Bharat onze evaluatie. Er zaten veel herkenbare zaken in de diverse verhalen. Zo bleek vrijwel iedereen tegen het Nepalese onderwijssysteem aan te lopen. Het veel kopiëren van teksten uit boeken, het opdreunen van lesjes waarbij niet gekeken wordt of de leerlingen het wel begrijpen, leraren die liever lui dan moe zijn en meer van dat soort zaken. En dan ook nog eens de vele vrije dagen waarop geen les gegeven wordt en die in veel gevallen volstrekt onverwacht opkomen. Ook is het moeilijk om te ervaren dat men er hier aan gewend is dat leraren de kinderen met een stok slaan bij wijze van straf. Dit alles geeft ons als vrijwilligers vaak het gevoel dat we niet altijd even effectief bezig kunnen zijn en tegen zaken aan lopen waar we niet aan gewend zijn. Hierop krijgen we terug dat we gewoon niet kunnen en mogen verwachten dat wij het systeem veranderen en dat het al heel belangrijk is dat we er zijn en dat de kinderen hierdoor in staat zijn hun Engels te oefenen. Alles bij elkaar een hele goede bijeenkomst en heel fijn om elkaars ervaringen uit te wisselen.

Het weekend hebben we op zondag afgerond door degenen die dat wilden een bungyjump te laten maken in de kloof van de Bhote Kosi rivier bij het Last Resort. Een duizelingwekkende hoogte van 160 meter, waar ik mezelf niet aan heb gewaagd. Wel heb ik mogen genieten van de angstkreten van de springers. Volgens het Last Resort is dit de hoogste plek ter wereld om te bungyjumpen. Of dat zo is weet ik niet, maar hoog is het wel....

En hierna met de lokale bus weer terug naar Kathmandu. Als groep komen we voor het afscheid niet meer bij elkaar. De tijd gaat overigens best snel: op 13 maart wordt de volgende groep vrijwilligers verwacht om aan hun introductie te beginnen.

Over mijn wederwaardigheden in het klooster op dit moment maak ik een apart verhaal.

Tot zover...

Namaste!

Kathmandu (2)

Tijdens mijn verblijf in Sankhu ben ik in de weekends vrij en dan ga ik doorgaans op vrijdagmiddag naar Kathmandu om daar een aantal andere groepsleden weer te ontmoeten, uit eten te gaan, te internetten en om uitstapjes in en rond Kathmandu te maken.

In een van de vorige berichten heb ik al het een en ander verteld over het verblijf in Kathmandu, maar het leek mij aardig om iets nader in te gaan op het leven in deze stad. De vrijwilligers, die in Kathmandu hun werkplek hebben, logeren in een voor hen gehuurd appartement aan de rand van de toeristenwijk Thamel. In de weekends slapen Jeroen en ik hier ook. Thamel is, zoals gezegd, de toeristenwijk van Kathmandu, bestaande uit diverse smalle en kronkelende straatjes. Geen buitenlander ontkomt aan een korter of langer verblijf in deze wijk. Het is een aaneenschakeling van souvenirwinkels, internetcafés, restaurants, boekingskantoren voor trekkings in de bergen en dat soort zaken. Rustig is het er nooit. Hoe smal de straatjes ook zijn, overal wurmen de motorfietsen, fietsen en auto's (meestal Suzuki-taxi's) zich er al toeterend door. Voortdurend zijn er taxichauffeurs of riksjabestuurders die je overal heen willen brengen. Langer dan 5 seconden stil staan voor een etalage is onmogelijk: je wordt direct aangesproken door de eigenaar om vooral binnen te komen kijken, want alles is 'very cheap' en je krijgt een 'special price'.

Onderhandelen over de prijs is altijd noodzakelijk. Zo heb ik een rit met een riksja gemaakt naar de Swayambhunath, een rit van ongeveer 25 minuten. De vraagprijs was 500 roepies, de rit kostte uiteindelijk 100 roepies. En dat is kennelijk een normale prijs. Ergens voelt het ook wel een beetje dubbel, want waar vind je bij ons iemand die je voor € 1 een ergens heen brengt? Een taxi heb je gemiddeld ook voor zo'n 200 roepies, die is door het drukke verkeer soms ook een half uur onderweg.

De vele muziekwinkels vormen ook een verhaal apart. Vrijwel overal hoor je dezelfde muziek uit de luidsprekers komen. Een legale CD is nauwelijks te krijgen; je ziet hier veel dezelfde CD's en DVD's die men ook bij ons verkoopt, maar dan voor een fractie van de prijs die bij ons gewoon is. Als je naar de hoesjes kijkt zie je al zo dat het om een kopie gaat. Hetzelfde geldt voor rugzakken en jassen. Nergens zie je zoveel jassen van NorthFace als hier. En op de marktstalletjes zie stapels Calvin Klein ondergoed liggen. Ik heb hier ook een 'NorthFace' rugzakje gekocht voor € 8.......

Waar je hier ook erg aan moet wennen is het hartgrondige gerochel en gespuug op straat. Het komt werkelijk uit hun tenen. Omgekeerd schijnen Nepalezen het smerig te vinden dat wij onze neus in een zakdoek snuiten om die dan vervolgens weer in onze broekzak te steken.... Een ander fenomeen is de manier waarop daal bhaat, het nationale gerecht van Nepal (bestaande uit linzen, rijst en groenten en soms ook vlees), gegeten wordt. Men heeft hier de gewoonte om dat met de handen te doen. Je ziet dan dat men met de handen in de rijst zit te kneden, om dat vervolgens te mengen met de bijbehorende groenten en om geheel vervolgens al slurpend en smakkend naar binnen te werken. Vlees, met name kip, wordt met bot en al geconsumeerd. Echte Nepalgangers zweren ook bij het met de handen eten; ik kan en wil er zelf niet echt aan wennen. Ik ben dus kennelijk ook geen echte Nepalganger...

En nog een beleving apart is de vertrekprocedure van een lokale bus in Nepal. In dit geval de bus van Kathmandu naar Sankhu en omgekeerd. Als je aankomt bij de bus met draaiende motor denk je: mooi, die gaat zo vertrekken. Maar dat is verkeerd gedacht. De bus zit inmiddels vol met mensen die allemaal gereed voor vertrek schijnen te zijn, maar lijdzaam afwachten wanneer dat ook echt gaat gebeuren. Want na een tijdje zet de chauffeur de motor uit, vervolgens een paar minuten later weer aan en zet de bus zich in beweging: we gaan! Nee, na een meter rijden staan we weer. Motor uit, chauffeur de bus uit. Chauffeur weer in de bus, motor aan. Er gaan wat passagiers de bus uit, anderen stappen in. De bus maakt nu een sturende beweging en rijdt 2 meter. We staan weer stil; de chauffeur claxonneert uitgebreid. Motor uit. Motor aan. Claxonneren. Passagiers eruit, passagiers erin. Claxonneren. Nog meer passagiers erin. En dan: na ruim een kwartier gaan we dan eindelijk rijden!! Zoals ik al eerder schreef, haltes zijn er niet. Maar als de bus stopt om iemand erin te laten stopt hij 10 meter verder om weer iemand erin te laten. Je zou toch denken: als je bij elkaar gaat staan hoeft de bus maar één keer te stoppen. Maar: this is Nepal.....

Ik ben de afgelopen tijd opnieuw (nu met Gill) naar de Bodhnath (Bouddha) tempel geweest omdat het bezoek van een paar weken terug zo tegen het vallen van de avond wel erg kort was en geen recht deed aan dit prachtige bouwwerk. Nu heb ik er bij mooi licht veel meer tijd aan kunnen besteden. Hiervandaan hebben we gewandeld naar het complex rond de Pashupatinath tempel, de belangrijkste hindoetempel van Nepal. Het staat ook op de werelderfgoedlijst. Vlakbij deze tempel vinden aan de oevers van de Bagmati rivier dagelijks lijkverbrandingen plaats. De Bagmati is een heilige rivier (hij komt uit in de Ganges) maar als je de rivier zo ziet heeft het meer weg van een enorme vuilnisbelt. Werkelijk onvoorstelbaar!

De lijkverbrandingen op zich vormen overigens een heel bijzonder spektakel. Alles speelt zich in het openbaar af en iedereen mag er naar kijken. Er zijn aan de oever talloze plaatsen (zgn. 'ghats') waar op brandstapels lijken verbrand worden. Je ziet ook alle ceremonies die als laatste ritueel aan de feitelijke verbranding vooraf gaan. Zo wordt het lichaam van de overledene geheel ontkleed vanuit de gedachte dat je naakt op de wereld komt en deze ook naakt verlaat. Daarna wordt de brandstapel door een familielid aangestoken en bewaakt. Als de verbranding voorbij worden de resten in de rivier geveegd. Hoewel dit alles vanuit onze cultuur wellicht wat bizar lijkt heb ik hier toch meer het gevoel gekregen dat men de dood hier veel bewuster deel van het dagelijks leven laat zijn. Het feit dat tientallen mensen hier aan de oevers uitgebreid naar zitten te kijken, terwijl daar gewoon kranten- en souvenirverkopers tussendoor lopen, versterkt voor mij dit gevoel.

Vlakbij de crematieplaatsen waar ik ben geweest bevindt zich een hospice, dat ik ook heb bezocht. Ik heb ook even binnen mogen bekijken. Het hospice bestaat uit een aantal (kleine) kamers waar meerdere bedden bij elkaar staan. De hele familie zit aan het ziekbed van de stervende. Naast de bedden staat een kachel; er is hier nergens centrale verwarming en in deze tijd van het jaar (eind januari/begin februari) kan het vooral 's-avonds behoorlijk koud zijn. Er staat ook een zuurstofapparaat en er is een ringleiding voor zuurstof.

Er is een dokter, die aan de polsslag bepaalt wanneer het overlijden nabij of een feit is. Hij liet me ook zijn medicijnkast, gevuld met gesponsorde medicijnen, zien. Morfinepompen- en pleisters hebben ze niet; wel ampullen en injecties.

Na het overlijden wordt het stoffelijk overschot naar de oever van de rivier gebracht voor het verrichten van de laatste rituelen. Vervolgens vindt er een plechtigheid in een tempel plaats, waarna de openbare verbranding plaatsvindt.

Verder ben ik de afgelopen tijd ook nog naar Patan geweest. Patan ligt even ten zuiden van Kathmandu (het grenst er aan). Hier bevinden zich diverse prachtige oude tempels en ook is er een Durbar Square. Durbar betekent paleis en omdat Patan ooit een zelfstandig koninkrijkje was heeft het net als Kathmandu en Bhaktapur een Durbar Square. Ook dit complex staat op de werelderfgoedlijst, net als de gelijknamige plaatsen in Kathmandu en Bhaktapur (allebei ook ooit zelfstandige koninkrijkjes).

Voor het geval de lezers van mijn weblog denken dat ik hele dagen aan het internetten ben nog dit: dit verhaal zit ik nu te typen in een koude, vochtige, keuken in het appartement in Sankhu met 2 kaarsen op tafel, wachtend totdat om 21 uur (over 10 minuten) de stroom weer aan gaat. Naast mij staat een beker Nescafé en ligt de Lonely Planet van Nepal; dat is zo'n beetje het decor van mijn typewerk. In Sankhu is, zeker in het donker, absoluut niks te beleven, op een paar blaffende zwerfhonden na. Dus is het typen van een weblog een welkome afleiding. En in het weekend, terug in Kathmandu, kopieer ik het hele verhaal in één keer op mijn weblog. Deze methode heeft bovendien als voordeel dat je niet alles kwijt bent als halverwege je typewerk de stroom- of internetverbinding uitvalt. Veel restaurants in Kathmandu bieden overigens gratis Wi-Fi-internet aan en je ziet dan vrijwel altijd bosjes toeristen met laptops in de weer bij een kopje koffie of zo. Mijn favoriete tent is Gaia, waar we met Crossborders in het begin ook steeds heen gingen. Leuk is dat je steeds weer nieuwe Nepalgangers in dit soort zaken ontmoet.

En inmddels is het licht aan en zijn de kaarsen uit....

Namaste!

Het klooster

Deze week dus eindelijk begonnen aan mijn werkzaamheden bij het klooster. Al moet ik erbij zeggen dat alle monniken nog steeds niet aanwezig zijn; met name de oudere monniken komen pas komende week (vanaf 8 februari) terug. Ik heb dus nog niet al mijn klassen gehad.

Maar goed, in ieder geval ben ik begonnen. Mijn eerste werkweek ziet er als volgt uit. Om 08.15 te voet op pad via een stenen trap naar het klooster, een wandeling van ruim 20 minuten. Is best een pittige wandeling en ik moet onderweg regelmatig even uitblazen om bij het bovenkomen niet helemaal op apegapen te liggen.

Bij het klooster bestaat mijn eerste begroeting uit het blaffen en tekeer gaan van een grote hond, met een grote ketting vastgezet aan een boom. Ik weet niet of de vredelievende leer van Bhoeda op honden van toepassing is, maar bij dit exemplaar was daar niet veel van te merken. Maar zolang je er voor zorgt buiten het bereik van zijn ketting te blijven kom je zonder kleerscheuren verder. Volgens Jangchup, de contactpersoon in het klooster, moet de agressie van de hond de komende tijd afnemen naarmate hij mij vaker ziet. Ik heb aan het einde van deze week inderdaad het gevoel dat het grommen en blaffen wat minder wordt, maar ik blijf blij met zijn ketting.

Mijn eerste lessen beginnen met class 1a, bestaande uit jongens van 10-12 jaar oud. Een lastig begin omdat ik nog even moet zoeken waar ze gebleven zijn. Bovendien zijn ze erg druk. Ze kakelen hardop met elkaar en zijn nauwelijks te bewegen tot enige aandacht voor mijn lessen. De handover van Anna, mijn voorgangster, is overigens een belangrijke hulp; zij liep tegen dezelfde problemen aan. Eerst even kijken of ze het alfabet en de bijbehorende plaatjes goed kunnen plaatsen en dat is geen probleem, dat kennen ze. Daarna in de boekjes kijken en de draad oppakken waar Anna gebleven was. En dan wordt het wat moeilijker, als je een Engelse tekst met ze doorneemt en vraagt of ze in hun eigen woorden willen vertellen waar het verhaal over gaat. Dat lukt dus niet. Ze zitten je dan schaapachtig aan te kijken, zo van waar heb je het over? En als je dan probeert een invuloefening met ze te doen schrijven ze de oefening compleet met de blanco streepjes in hun schrift over. En het was nu juist de bedoeling dat ze het woordje op de streepjes zouden invullen....

Als afronding van de les heb ik een memoryspel tevoorschijn gehaald en daar zijn echt gek op. Daar krijg je ze stil mee, maar Engels leren ze er niet mee.

Daarna class 1b met ongeveer dezelfde beleving, zij het dat daar wat oudere leerlingen bij zitten die redelijk Engels beheersen en de oefeningen wel goed kunnen doen. Zij waren ook als eerste klaar en ik heb ze vervolgens gevraagd hun jongere medeleerlingen te helpen, waar ik erg mee geholpen was omdat zij in staat waren de bedoeling van de oefening in het Nepalees uit te leggen. En ook hier krijg ik de aandacht weer met het memoryspel (ze vragen ook al na ongeveer een half uur: 'game, teacher?').

Class 2 bestaat uit jongens van 12-15 jaar oud, die redelijk gemotiveerd zijn. Al blijft ook hier het probleem dat ze naar mijn idee lang niet altijd begrijpen war de teksten die ze lezen over gaan. Ze zijn graag bereid de teksten over te schrijven en daarmee zijn ze een tijdje zoet, maar wat ze er van opsteken... Ze zijn ook graag bereid om het verhaal klassikaal hardop te lezen, maar, zoals gezegd, ze begrijpen doorgaans totaal niet waar het over gaat. Overigens blijkt dat het Nepalese onderwijssysteem zo wekt. Gewoon veel papegaaien en overschrijven. En ik heb niet de illusie dat ik dat ga veranderen in de weken dat ik hier zit, maar frustrerend is het wel. Want ik zou ze zo graag iets zinvols willen bijbrengen. Soms zijn ook de boekjes volgens mij te moeilijk voor ze of staan er verhalen in die buiten hun beleving vallen. Ik had bijvoorbeeld nooit gedacht dat ik nog eens in eenTibetaans klooster het sprookje van de gelaarsde kat zou analyseren.... Of een verhaal dat gaat over een wandeling naar school waarbij je onderweg treinen en zo tegenkomt.... En dan zie je ook nog eens dat er in de boekjes zelf gewoon fouten staan. Ik ga daar echter niks aan doen omdat dat de verwarring nog groter maakt. We doen het er gewoon mee. Nog afgezien van het feit dat veel oefeningen in de boekjes onbruikbaar zijn omdat er in gekliederd is en alles al ingevuld is.

Om 12 uur lunch in het klooster, rijst met groenten en wat erbij; altijd vegetarisch. Mijn pauzes duren lang omdat class 3 er nog niet is, volgende week moet dat anders zijn.

En nu krijg ik class UKG: een regelrechte ramp. Ten eerste zijn ze buitengewoon rumoerig, ze letten totaal niet op en ze begrijpen echt niet waar ze mee bezig zijn. En ze geven me ook niet het gevoel er veel moeite voor te willen doen. Het is me ook gebeurd dat een leerling uit een andere klas hardop kakelend de les nog verder kwam verzieken en toen vond ik het genoeg: die heb ik er gewoon uitgestuurd ('get out, now!'). Dat hielp wel. Hij kroop in elkaar, sloop helemaal naar achteren in het lokaal en ging toen daar zitten. Maar rustig was hij daarna wel. En dan de oefeningen: bijna geen beginnen aan. Wat je ook voorleest of wat je ook doet, ze luisteren nauwelijks en ze zijn op zijn hoogst tot enig kopieerwerk bereid. Een spelletje memory wil nog wel lukken. Maar of ik daar de komende week mee doorkom...

Vervolgens naar Karma Tharchen, een van de belangrijkere monniken die ook als een soort schoolhoofd functioneert. Die geef ik privé les in zijn kamer. Daar zit ik dan geknield op een kussen op de grond tegenover hem. Hij begint met het pellen van een mandarijn waarbij hij de helft aan mij geeft. Daarna een beker warm water en dan pakt hij een boekje met Tibetaans-Engelse teksten. Die leest hij dan hardop voor waarbij ik zijn uitspraak waar nodig corrigeer.

Tenslotte krijg ik de ABC-class, bestaande uit leerlingen van 8-10 jaar oud. En ook deze groep zuigt bijna al mijn energie op. Ook zij begrijpen niet waar de lessen over gaan en zijn niet echt bereid om datgene te doen wat ik ze vraag. Buitengewoon frustrerend. Ik denk erover om volgende week gewoon een van de beginboekjes (met veel plaatjes) te pakken om te kijken of dat wel lukt, anders zou ik het echt niet weten. Maar ik voel me na deze les wel als een uitgeknepen citroen.

De lesdag wordt afgesloten met thee (Tibetaanse thee met melk). In die theepauze moet ik de hoofden van sommige jongens insmeren met een zalf tegen een soort schimmel die ze oplopen doordat ze hun haar scheren met hetzelfde scheermes. Ze komen dan braaf een voor een naar mij toe en wijzen me de plekken aan die ik van zalf moet voorzien. Soms wijzen ze ook plekken op armen en benen aan die volgens mij niks te maken hebben met die hoofdschimmels, maar met een likje zalf op die plekken maak ik ze toch weer gelukkig. En zo speel je als vrijwilliger ook nog een beetje voor verpleger.

En na dit alles ga ik redelijk afgedraaid terug naar het appartement in Sankhu en ben ik eind van de week blij dat ik terug kan naar Kathmandu om met de andere groepsleden mijn ervaringen uit te wisselen. Gelukkig hoor ik overeenkomsten en van oud- vrijwilligers die hier nog rondlopen hoor ik dat het er allemaal bij hoort en dat het best goed komt. En daar houd ik me maar aan vast. Van René Veldt heb ik begrepen dat de derde week (en dat is de afgelopen week voor mij geweest) de moeilijkste week is en dat in die week bijna iedereen een dip heeft (en die heb ik nu dus).

Volgend weekend (11/13 februari) hebben we een weekend met elkaar om, halverwege de vrijwilligersperiode, onze ervaringen te evalueren. Ook dan kan iedereen zijn/haar ervaringen kwijt. Over dit weekend in een volgend verhaal meer.

Een hartelijke groet vanuit Kathmandu!

Namaste!

Sankhu

Sinds 13 januari 'woon' ik in Sankhu. Sankhu is een oud plaatsje, dat eens een belangrijke halteplaats was op de handelsroute van Kathmandu naar Lhasa (Tibet). Het dorp bestaat uit een aantal kronkelende straatjes met diverse winkeltjes en diverse tempels. Het ligt op zo'n 25 kilometer van Kathmandu. De bus doet er 1 ½ uur (soms 2 uur) over. Komt omdat de bus meer stilstaat dan rijdt. Haltes zijn er niet of nauwelijks; je gaat gewoon ergens staan en steek je hand op. Op de treeplank hangt een jongen die door middel van klopsignalen op de zijkant van de bus aangeeft of het vehikel moet stoppen dan wel gaan rijden. Hij collecteert tevens de voor de rit verschuldigde roepies. De rit van Kathmandu naar Sankhu kost overigens maar 25 roepies (0,25 Euro). Op een gegeven moment is de bus zo vol dat hij bijna uit zijn voegen barst en er mensen zelfs hangend aan de buitenkant meerijden. En binnen is het zo vol dat je amper adem kunt halen; je krijgt er bijna claustrofobie van. Buiten de stad (binnen de stad is het kennelijk verboden) zit ook het dak van de bus vaak vol, vergezeld van geiten, kippen en handelswaar.

In Sankhu logeren de vrijwilligers in een voor hen gehuurd appartement, dat bestaat uit 4 slaapkamers, een keuken annex woonruimte, een douche en een wc. Ieder heeft een eigen kamer en dat is op zich erg prettig. De douche is heel apart: de vloer bestaat uit een hurktoilet (die we overigens niet gebruiken; er is ook nog een 'normale' wc), 4 spijkers in de muur om je spullen aan op te hangen, een gasfles en een geiser. Maar het belangrijkste: het is een functionerende warme douche! Althans als je niet vergeet om de waterpomp aan te zetten als er stroom is. Je ziet hier namelijk overal waterreservoirs, waar zo'n 1000 liter water in gaat, op het dak staan. Maar als je vergeet het water op te pompen heb je dus geen water.

In Sankhu doen we boodschappen bij de diverse kleine winkeltjes. Er is bijna alles te krijgen wat we nodig hebben. Koken doen we met de groente die voorhanden is en dat betekent dat vooral mijn fantasie en creativiteit de komende weken wat verder ontwikkeld gaan worden. Het heeft ook wat om bij de plaatselijke winkeltjes wat onbekende dingen uit te proberen. Zo hebben we bij een theehuisje een heerlijke soort koek (kulpak) ontdekt. Heeft iets weg van boterkoek. En verder zijn er diverse andere baksels te bespeuren die we de komende weken nog eens gaan onderzoeken.

We bereiden ons voor op de powercut door een aantal minuten voordat deze ingaat de kaarsen alvast aan te steken. En omgekeerd kijken we op de klok wanneer de powercut voorbij is om dan de lampen aan te doen en de diverse opladers van laptops, camera's en telefoons in de stopcontacten te doen. De powercuts hebben overigens een redelijk grillig schema; geen enkele dag is hetzelfde. Het enige wat zeker is dat je 12 uur per dag zonder stroom zit.

Deze maand vindt in Sankhu een soort festival plaats, die duurt van volle maan (15 januari) tot de volgende volle maan (medio februari). Het schijnt zo te zijn dat dit festival zo bekend is dat iedereen uit de wijde omgeving er op zijn minst 1 keer geweest moet zijn. Mensen begeven zich naar een tempelcomplex aan de (heilige) rivier Sali Nadi om zich in het koude water te dompelen. Een heel kleurrijk schouwspel, vooral door de vrouwen die zich in rode gewaden hebben gehuld. Erg boeiend om te zien en te ervaren.

En nu wat het werk betreft:

Zoals ik in mijn eerdere verhaal al schreef, hebben de monniken tot 1 februari holiday en kan ik daar dus tot die tijd niet terecht. Wel heb ik met Anna, mijn voorgangster, het klooster nogmaals bezocht en (opnieuw) kennis gemaakt. Jangchup is daar mijn contactpersoon en Karma Tharchen is een soort hoofd van de monniken. Hun plaatsen moet ik de komende tijd nog eens goed duidelijk zien te krijgen. Met Anna heb ik ook het klaslokaal bezocht en ze heeft me de boeken en schriftjes laten zien. Ze heeft voor naambordjes per klas gezorgd en dat is erg handig. En ze heeft gezorgd voor een mooi overdrachtsdocument, zodat ik me wel kan voorbereiden. Bovendien staat op mijn kamer een kleine bibliotheek met schoolboeken, spelletjes, potloden en dat soort zaken.

In de tussentijd houd ik mij met diverse klussen op Hamro Gaun ('Ons Dorp'), het ecoproject van de Stichting Veldwerk, bezig. Hier is een dagverblijf voor 35 kinderen van moeders die aan het werk moeten om in hun onderhoud te voorzien. In dit zgn. daycarecenter werkt Jeroen. Daarnaast is er een weeshuis voor 30 kinderen, die overdag gewoon naar school gaan maar op Hamro Gaun wonen. Het hele project ziet er erg mooi en verzorgd uit. Er wordt deels gekookt op zonne-energie met een grote zonnespiegel, er wordt op beperkte schaal energie opgewekt met waterkracht en er zijn plannen om met zonnepanelen geheel onafhankelijk van het lichtnet te geraken.

Ik heb me hier bezig gehouden met het begeleiden van wat jongens die een waterloop moesten ontdoen van overhangende beplanting en het uitgraven van overtollig zand. Voelde me een soort koloniaal, maar dit soort begeleiding schijnt wel nodig te zijn. Ze doen ook precies wat je zegt; betekent dat je min of meer ook voor ze moet denken.

Een andere klus was het op maat maken van bamboepalen en het verwijderen van knoesten voor het bouwen van een soort theehuisje op het terrein. Dit gebeurde onder begeleiding van een timmerman, die de maten redelijk grof nam waardoor je een aantal keren 2 keer moest zagen om op de juiste maten uit te komen. Was nogal veel en vermoeiend werk met een handzaag en dan te bedenken dat hij (de timmerman) een dag later met een cirkelzaag aan kwam zetten. Op mijn vraag waarom hij daar niet eerder mee was gekomen was het antwoord: 'I forgot'. Overigens was dit bamboe-gedoe niet helemaal mijn ding, maar je moet toch wat zolang de monniken hun vakantie aan het vieren zijn...

Leuk was dat Noor en Jibbe uit Dhading een paar dagen bij ons op bezoek zijn geweest. Zij hadden vrij van hun project in verband met examens. Ik heb hen kunnen rondleiden langs de diverse interessante punten in Sankhu. Ook weer het festival bezocht, dat met het verstrijken van de tijd steeds drukker wordt. Wij hebben er een mooie 'thikka' op het voorhoofd gekregen, weet alleen niet precies wat het betekent. Wat ook heel bijzonder is dat in Sankhu zelf tijdens het festival er elke dag een heel spektakel plaatsvindt. Je ziet dan een man in een wit gewaad die zich over de grond rollend voortbeweegt, gevolgd door een groep in rode gewaden geklede vrouwen en een man met een soort kruik op het hoofd. De vrouwen prevelen aan een stuk een gebed en gieten af en toe wat water in de kruik die de man op het hoofd draagt. Heel bijzonder, maar ook hier jammer dat de betekenis niet echt duidelijk is.

In de weekends gaan we terug naar Kathmandu om de andere groepsleden te ontmoeten, te internetten en dat soort zaken. En vanaf 1 februari hoop ik eindelijk met de monniken in het klooster aan de slag te gaan.

Tot zover, namaste!

Einde van de introductieperiode…

De introductieperiode zit erop. Een redelijk intensief programma met Nepalese les (erg ingewikkeld, weet niet of dat wat gaat worden), een inleiding over de cultuur en het lesgeven in Nepal, gevolgd door excursies naar het Chitwan National Park en naar Pokhara.

Deze periode is tevens bedoeld om elkaar beter te leren kennen, want dit zijn de contacten waar we de komende weken van afhankelijk zijn. Van de excursies naar Chitwan en Pokhara heb ik 2 fotoalbums geplaatst; die geven volgens mij een aardig beeld van wat we beleefd hebben.

Opvallend is dat het leven hier in Nepal een beetje begint te wennen. Zelfs de dagelijkse 'powercut' gaan we normaal vinden. Keerzijde van deze powercut is dat men hier veelvuldig gebruik maakt van generatoren. Plekjes die normaal gesproken een oase van rust (Chitwan) zouden zijn worden nu opgeluisterd door het voortdurende geronk van generatoren. En over de milieuvervuiling maar niet te spreken... Dit is overigens niet iets wat ik me van mijn vorige bezoeken aan Nepal kan herinneren: toen deed dit fenomeen zich helemaal niet voor. In al die jaren is de vraag naar energie alsmaar toe genomen, maar is de capaciteit gelijk gebleven. En het ziet er niet naar uit dat dit op afzienbare termijn beter gaat worden. In tegendeel. Oftewel... This is Nepal....

Na een lange busreis (7 uur) zijn we weer terug in Kathmandu. Het verkeer hier is echt wennen. Je moet toeteren als je wilt inhalen en het gevolg daarvan is dat het hier een kakafonie van geluid is. Ze halen hier ook op de gekste plaatsen in, maar het gaat altijd weer goed. Het verkeer bestaat hier voornamelijk uit bussen en vrachtauto's en die zien er doorgaans uit alsof ze zo uit elkaar kunnen vallen. En soms gebeurt dat ook aan de pechgevallen langs de weg te zien.

De groep begint nu ook uit elkaar te vallen. Gisteren zijn Jarra en Maartje naar hun werkplek in Pokhara gegaan en vandaag zijn Maaike en Hilde naar hun werkplek in Chitwan vertrokken. Morgen (donderdag) gaan Jeroen en ik naar Sankhu; heel benieuwd hoe het daar is. Overigens heb ik begrepen dat de monniken holiday hebben tot begin februari en dat ik dus niet meteen in het klooster aan de gang kan. Jammer, want ik zou het nu wel leuk vinden om op mijn eigen plek aan de gang te gaan. Ik ga dus de komende weken met Jeroen mee naar het kinderhuis in Sankhu om te kijken wat ik daar kan doen. De komende tijd ga ik dus echt aan het werk hier en ik ben heel benieuwd hoe dat gaat bevallen. Het zal soms best wennen zijn en ook het gemis van het thuisfront laat me nog niet helemaal los. Dat zal denk ik wel beter gaan als ik eenmaal op mijn plek zit.

Verder wil ik iedereen hartelijk bedanken voor de leuke reacties op mijn weblog. Het is erg leuk om te ervaren hoe jullie op afstand met me meereizen.

Voor zover een hartelijke groet uit Kathmandu!

Kathmandu

Om 20.30 uur ben ik door Loek bij de vertrekhal op Schiphol afgezet en hebben we voor 3 maanden afscheid van elkaar genomen (............). Schiphol heb ik bij het vertrek nog nooit zo stil gezien, maar wie gaat er dan ook uitgerekend op oudejaarsavond op reis?? De vlucht met Arkefly was mooi op tijd. Na een vlucht met tussenstop op Bahrein ben ik op Nieuwjaarsdag aangekomen in Kathmandu. De bagage was er en het regelen van het visum was snel gebeurd. Vervolgens richting uitgang. Leuk was het om mijn naam te horen; Bharat, de coördinator van Cross Borders in Nepal, had mij van de foto (die we vooraf hebben moeten opsturen) herkend. Gelijk met mij waren4 andere groepsleden (Maaike, Jeroen, Gill, Kalpana en Jibbe) gearriveerd. Met een busje werden we door de heksenketel van het verkeer in Kathmandu naar hotel Mustang gebracht. Na de verdeling van de kamers even bijgekomen en vervolgens met elkaar gegeten bij restaurant Gaia, een plek die bij alle vrijwilligers in Kathmandu bekend schijnt te zijn.

2 januari
Na een niet zo'n geweldige nachtrust (koud en onrustig van alle nieuwe indrukken en de reis) te voet op pad door Kathmandu. Een claxon of bel is hier belangrijker dan een rem. Wat een andere wereld is het hier toch. Veel speelt zich op straat af. Stalletjes met eten, souvenirs, ijzerwaren en wat niet al. Intussen moet je ook goed blijven opletten op het verkeer wat zich overal langs wringt. En niet alleen het geluid, maar ook de geuren die je overal ruikt horen duidelijk bij het straatbeeld. En dan niet te vergeten de vele keren dat je wordt aangeklampt door bedelaars, mensen die je schoenen willen poetsen, taxichauffeurs, riksjabestuurders, verkopers van tijgerbalsem enz. Ook moet je wennen aan het fenomeen afdingen. Ook al is de vraagprijs naar onze begrippen nog steeds belachelijk laag, als je niet afdingt dan doe je iets verkeerd. En zo blijf je dus constant bezig door allerlei lieden van je lijf te houden (en sommigen kunnen echt lang volhouden) en het onderhandelen met verkopers. Cursussen onderhandelingsvaardigheid, waar ze in Nederland een vermogen voor betalen, doe je hier spelenderwijs en gratis.

Inmiddels beschikt de hele groep ook over een lokale SIM-kaart, zodat we elkaar als groep kunnen bereiken. Dat is heel prettig omdat de contacten met je medevrijwilligers van grote waarde kunnen zijn als je in praktijk aan de slag gaat. Dat halen van een (prepaid) SIM-kaart gaat hier overigens niet zomaar: een pasfoto, een formulier, 4 (!) handtekeningen, paspoort, fotokopie van paspoort met visum en dan is het eindelijk geregeld.

‘s-Middags met een aantal medereizigers met de taxi naar de Pashupatinath tempel, de belangrijkste Hindoetempel van Nepal, gelegen aan de Bagmati rivier. Het reizen per taxi is hier een attractie op zich. Het begint bij het bepalen van de ritprijs, want dat moet je vooral vooraf doen. Uiteindelijk kom je dan voor een rit van ruim een half uur uit op het schandalig lage bedrag van 200 roepies (ongeveer 2 euro) uit. Maar dan de rit: constant heb je het gevoel dat je aan het spookrijden bent. Al claxonnerend en slalommend gaat het door het chaotische verkeer. Verkeersregels worden hier vooral als een soort richtlijn gezien. In ieder geval staat vast dat men hier links rijdt; verder is zo ongeveer alles geoorloofd. En tot mijn verbazing gaat het steeds goed.

Het tempelcomplex is erg mooi; het staat niet voor niets op de wereld erfgoedlijst. Op deze plek worden aan de oever van de rivier ook crematies uitgevoerd. En dat gebeurt gewoon in het openbaar, iets wat voor ons erg vreemd is. Rond het complex zwerven ook koeien en talloze apen.

Hierna hebben we nog een bezoek gebracht aan de Boudhanath Stupa, die eveneens op de wereld erfgoedlijst staat. Een erg indrukwekkend bouwwerk. Het was inmiddels later in de middag en dat bleek een tijdstip waarop talloze mensen in processie rond de stupa liepen. Daarbij prevelen ze gebeden en draaien ze de gebedsmolens die in de muur zitten. Erg mooi om dit mee te maken.

's-Avonds gingen we naar Club 1905, een restaurant gelegen in een soort groene oase in de stad. Dit is de plek waar we de komende dagen met het introductieprogramma, te beginnen met het diner in Club 1905, aan de slag gaan. Inmiddels is de groep ook bijna compleet.

3 januari
De echte introductie begint de volgende morgen bij het ontbijt met een uitgebreide introductie van het werk van de Stichting Veldwerk. We kregen ook allemaal een uitgebreide map met informatiemateriaal over Nepal en de diverse plekken die we de komende dagen gaan bezoeken. En... een boekje voor de lessen Nepalees, waar we na de introductie mee aan de slag gaan. Dat doen we klassikaal door het opzeggen van de woorden en zinnetjes en ik moet zeggen dat ik dat wel lastig en veel vond. Het is een taal die totaal niet lijkt op iets wat wij herkennen en om dan in zo'n korte tijd zoveel woorden en zinnen te leren (en vooral ook te onthouden) valt niet echt mee. Ik denk dat ik de komende tijd op mijn werkplek hier wel meer mee kan doen bij de contacten in de Engelse lessen. Zij leren van mij Engels; ik van hun Nepalees heb ik bedacht.

Intussen beginnen ook de contacten met de medereizigers te groeien waardoor je elkaar beter leert kennen. Het is de groep die elkaar de komende tijd nodig heeft en dan is het wel erg fijn als de contacten goed zijn.

Het fenomeen 'power cut', hetgeen inhoudt dat de hele stad uren lang zonder elektriciteit zit, hebben we inmiddels al een aantal keren mogen ervaren. En dan ervaar je pas hoe wij gewend zijn aan en hoe vanzelfsprekend wij het vinden dat we doorlopend allerlei voorzieningen hebben. Hier maakt de dagelijkse stroomonderbreking gewoon deel uit van het bestaan. Men ondergaat het; het woord 'schadeclaim' is hier niet bekend. En het kan nog erger: doordat de stroom uitvalt, blijkt dat we 's-morgens ook geen stromend water hebben. 'This is Nepal.....'

4 januari
We vervolgen de introductie de volgende dag met de Nepalese lessen. Verder krijgen we de komende dagen nog een instructie over het lesgeven als vrijwilliger. De introductieperiode wordt vervolgd met een 3 daagse excursie naar het Chitwan National Park en een 3-daagse verblijf in Pokhara. En daarna is het over met de toerist spelen: we gaan daarna allemaal naar onze werkplekken om aan de slag te gaan.

Voor nu zeg ik: Namaste!!

Nog even...

De datum van mijn vertrek komt nu toch wel snel dichterbij. En daarmee neemt ook de spanning toe; laat het nu maar gaan gebeuren!

Afgelopen zaterdag, 11 december, ben ik naar de 'meet and greet'-bijeenkomst voor 'mijn' groep geweest. Hier werden de laatste praktische zaken nog eens uitgelegd en konden we nader met elkaar kennis maken. Zoals het er nu uitziet zal de groep uit 16 personen bestaan. Leuk was dat René Veldt van de Stichting Veldwerk (http://www.stichting-veldwerk.nl/nl/over-veldwerk) aanwezig was. Hij woont in Nepal en kon daardoor allerlei zaken 'uit de eerste hand' toelichten.

Volgens mij gaat het een leuke groep worden. Dat is ook belangrijk omdat je elkaar daar regelmatig tegenkomt en ondersteunt. Wat 'mijn' werkplek betreft: in Sankhu komt Jeroen te werken in het kinderhuis Hamro Gaun (http://www.stichting-veldwerk.org/projecten02_e/hamro_ghaum_our_village.html). Met hem zal ik het (nieuwe) appartement in Sankhu delen. Ik begreep dat mijn werk in het klooster voldoende tijd overlaat om ook in het kinderhuis bij te springen, wat me erg leuk lijkt.

We kregen ook diverse zaken mee om mee naar Nepal te nemen, zoals gereedschappen, verbandmiddelen en speciale laptops van de organisatie 'One Laptop per Child' (http://laptop.org/en/). Dit zijn laptops die speciaal ontwikkeld zijn voor kinderen in de derde wereld.

En verder: de laatste voorbereidingen treffen en op naar Kathmandu!

Namasté!

P.S: Hierboven wordt reclame gemaakt om mij extra fotoruimte cadeau te geven. Ik heb echter inmiddels ruimte voor 900 foto's en dat is voorlopig meer dan genoeg!

Welkom op mijn Reislog!

Welkom op mijn reislog!

Op 31 december a.s. vertrek ik voor 3 maanden naar Nepal. Via deze weblog kun je op de hoogte blijvenvan almijn ervaringen tijdens deze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's (ik heb ruimte voor 900 foto's; daar kan iknu wel eenhele poosmee vooruit!) vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie overde reis die ik ga maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met me meereist!

Groetjes,

Henk